top of page

Mira

Mira - Ik legde de schuld bij mijzelf dat ik me zo anders voelde en niet in het gezin/de familie leek te passen

 

Mijn verhaal begint ergens in de jaren 80. Ergens in een privépraktijk in het Brusselse kruist een man in het naar buiten gaan net mijn ouders die naar binnen gaan. Waarschijnlijk zijn zij erg nerveus. Lange trips met de auto zijn ze niet gewoon en nu reden ze door weer en wind helemaal naar Brussel met een missie waarvan naast zijzelf, enkel de huisarts op de hoogte was. Die missie was ik. Al jaren getrouwd waren ze en de kinderwens was groot…

Die avond werd mijn moeder voor de eerste keer geïnsemineerd met donorzaad. Hun geluk kon waarschijnlijk niet op toen bleek dat het van de eerste keer gelukt was en er aan hun lijdensweg een einde kwam. Maar was dat wel zo? De artsen raadden hen aan om alles te verzwijgen tegen familie en vrienden en vooral ik mocht het ook nooit te weten komen.

Toen  werd ik geboren. Niemand wist iets en vierentwintig jaar lang bleef dat ook zo. Vierentwintig jaar is een lange tijd waarin je volwassen wordt en eigenlijk je identiteit hoort op te bouwen. Ik groeide op en voelde me altijd een beetje een buitenbeentje in de familie (zeker aan mijn vaders kant). In mijn puberteit kreeg ik het pas echt moeilijk. Ik merkte dat mijn papa en ik nogal sterk van mening verschilden en verzuchtte vaak “Hoe kan je nu toch zo denken en wel mijn papa zijn?”. Ik vroeg hen wel eens hoe het kwam dat ik geen broers of zussen had en dan antwoordde mama gewoon dat het leven niet altijd loopt zoals je het verwacht. Ook in het zesde middelbaar was er een opening geweest om toch iets te vertellen naar aanleiding van de biologieles rond bloedgroepen. Toen ik thuis kwam, vroeg ik mama naar haar bloedgroep en daarna tijdens het avondeten vroeg ik hetzelfde aan papa. Hij wist het niet en was zijn kaartje – zogezegd – kwijt.

Ik heb mij heel lang heel erg alleen gevoeld en kon door omstandigheden emotioneel gezien bij geen van beide terecht. Ik legde de schuld bij mijzelf dat ik me zo anders voelde en niet in het gezin/de familie leek te passen, ik was erg ongelukkig en wist met mezelf geen blijf. Als ik in de spiegel keek, staarde iemand terug die ik niet kende. Ik voelde vanbinnen zoveel dat ik die gevoelens absoluut niet de baas kon en ze veruitwendigde. Over gevoelens werd thuis niet gepraat. Ik schreef afscheidsbrieven en verschool me achter goede punten zodat niemand iets aan me zou merken. Ik ging dood vanbinnen en wachtte gewoon stilletjes af tot er ook aan de buitenkant iets met mij zou gebeuren.

Ik had niet alle puzzelstukjes in handen om te worden wie ik had kunnen of willen worden en het is precies datgene waarbij ik nu helemaal van nul moet beginnen.

Ik kwam enkele jaren geleden via mijn huisarts te weten dat ik een donorkind ben. Met mijn mama heb ik er diezelfde dag 1 gesprek over gehad. De huisarts beklemtoonde toen ook hoe moeilijk dit voor mijn vader geweest moest zijn en dat ik vooral ook dankbaar moest zijn dat ik zo gewenst was en er uiteindelijk op die manier gekomen ben. Op dat moment was ik volledig overdonderd en kon ik de implicaties totaal niet inschatten. Het verklaarde voor mij wel veel, maar doordat er zo heimelijk over gedaan werd en de conversaties errond nog steeds in de taboesfeer bleven hangen werd op een bepaalde manier ook van mij verwacht dat ik het geheim mee verder ronddroeg.

Jaren gingen voorbij. Ik trouwde met de liefste man ter wereld die mij doorheen dit hele proces heeft zien groeien en heeft bijgestaan en ik kreeg  schatten van kinderen. Naar de buitenwereld toe had ik alles om gelukkig te zijn: een huis, werk, een fijn gezin. Waarom voel ik mij dan zo leeg, waarom staart mijn spiegelbeeld nog altijd naar mij alsof dat een andere persoon is, waarom ontbreekt mij de energie om doodeenvoudige dingen te doen, waarom gaan mijn gedachten tijdens het autorijden vaak uit naar dikke bomen en wat-alsen?

Ik trok een aantal maanden geleden zelf aan de alarmbel. Ik crashte op de werkvloer uit vermoeidheid want mijn jongste sliep na een jaar nog altijd niet door. De crash op zich zat er al enkele jaren aan te komen. Het is namelijk pas wanneer je zelf kinderen op de wereld zet, dat je volledig begrijpt hoe belangrijk het is om je verleden te kennen. Zo vind ik het erg voor hen dat ik geen genetische informatie heb en hen “belast” heb met 25% onbekend materiaal. Wanneer andere mensen zeggen dat mijn kinderen heel erg op mij lijken, raakt dit me diep omdat ik mezelf niet herken in hen.

Ik ging naar mijn huisarts – diezelfde die heel mijn leven lang het geheim mee in stand gehouden heeft – en ze schreef me thuis. Het was voor mij op dat moment duidelijk dat ik schoon schip moest maken en dat het tijd werd om hulp te zoeken. Een paar weken later had ik een intakegesprek bij een psychologe met wie het onmiddellijk klikte. Ik werd door haar doorverwezen naar de psychiater van datzelfde centrum en zij lieten me samen de ernst van de situatie inzien. De diagnose  zware depressie viel als een zwaar deken over me.

Wat volgde waren intense weken en maanden van psychologische begeleiding, opstart van medicatie (ook al wilde ik dat eigenlijk vermijden) en confrontaties met mezelf maar ook met mijn ouders.  Ik zocht meer en meer op over donorconceptie, bekeek documentaires, kwam in contact met de vzw donorkinderen en ontdekte zo dat ik niet de enige was die het er moeilijk mee heeft. Wat een openbaring! Na alle geheimen ontmoette ik mensen met wie ik er open over kon babbelen en die met dezelfde verwarrende gevoelens en vragen zaten. Ik was op zoek naar erkenning en ook naar een vorm van bestaansrecht. Ik begon te beseffen dat door de geheimhouding ik mijzelf ook volledig op de achtergrond gezet had. Mijn ouders praten onderling nog altijd niet over het hele donorverhaal, mijn vader wist ook helemaal niet dat ik op de hoogte was. Zo zie je maar hoe diep het taboe en de schaamte in onze familie geworteld is. Mama zei onlangs dat ze zich niet schuldig voelde dat ze voor anonieme donorconceptie gekozen hadden. Ze voelt zich echter wel schuldig dat het zo lang geduurd heeft om mij (en dan nog via via) de waarheid te vertellen. Uit onze zeldzame conversaties waarbij ik er telkens over begin, blijkt nog steeds dat ze er erg ongemakkelijk van wordt en niemand uit hun omgeving op de hoogte is terwijl ik er nu geen moeite meer heb om erover te praten. Ik heb geen zin meer om me te schamen over de manier waarop ik er gekomen ben maar hun zwijgen zowel onderling als naar de buitenwereld toe, bemoeilijkt mijn zoektocht naar mijn eigen zelf.

Ik begon terug te werken, maar ben nog steeds in behandeling. Het is nog een broos evenwicht, maar nu – en dit voelt gek om op mijn leeftijd te zeggen – heb ik het gevoel dat ik mezelf aan het ontdekken ben en mezelf begin te zien voor wie ik ben en kan zijn. Dat is een hele opdracht als je je halve leven als slechts een schaduw van je eigen zelf hebt doorgebracht…

Ik wens het niemand anders toe en hoop dat er snel een einde komt aan anonieme spermadonatie. Lees je dit als (wens)ouder, dan vraag ik om openheid in denken en in communicatie. Het is niet OK om informatie over je kind voor je kind moedwillig achter te houden. Lees je dit als donorkind, laat dan ook je stem horen. Je kan voor anderen echt het verschil maken.  

bottom of page