PERSBERICHT
Resultaten bevraging door Donorkinderen vzw toont vraag naar en bereidheid tot meer openheid bij zowel donorkinderen, ouders en donoren
Antwerpen, maandag 19 augustus 2025:
Voor het eerst heeft een organisatie, Donorkinderen vzw, gelijktijdig Belgische donorkinderen, ouders én donoren bevraagd over hun ervaringen, wensen en verwachtingen rond donorconceptie. De resultaten illustreren een duidelijke wens voor meer transparantie en tonen een opvallend grote bereidheid tot openheid en contact tussen de betrokken partijen.
De bevraging kwam tot stand naar aanleiding van het arrest van het Grondwettelijk Hof in september vorig jaar. Het Hof oordeelde dat het huidige donorconceptiebeleid ongrondwettelijk is en gaf de wetgever de opdracht een nieuw kader uit te werken dat het recht van donorkinderen op afstammingsinformatie waarborgt. Daarom besloot Donorkinderen vzw aanbevelingen uit te werken en lanceerden ze een online enquête.
“Eerder onderzoek rond donorconceptie spitste zich telkens slechts toe op één betrokken partij.” start Tibo De Koster, donorkind en lid van de werkgroep binnen de vzw. “Het bijzondere aan deze enquête is dat zowel donorkinderen, ouders en donoren werden bevraagd. Het is belangrijk dat al die perspectieven in kaart worden gebracht met oog op een nieuw wettelijk kader.” stelt hij. “Er wordt veel over onze meningen gepraat, maar dat is vaak gebaseerd op veronderstellingen. Het wordt tijd dat de mening van de betrokken partijen door henzelf wordt geuit.”
Volgens Tibo waren de resultaten aangenaam verassend: “Het onderzoek toonde voor mij aan dat onze opvattingen niet zo tegengesteld zijn als vaak wordt gedacht, maar dat toenadering en evenwicht in belangen zeker mogelijk is.”
In totaal namen 151 donorkinderen, 285 ouders en 41 donoren deel aan de enquête.
Donorkinderen
“Maar liefst 77,5% van de participerende donorkinderen hebben al stappen ondernomen om meer te weten te komen over hun afkomst of eventuele halfbroers en -zussen.” licht Tibo toe.
“Deelnemers werden bevraagd over hun wensen en verwachtingen over informatie en mogelijkheden tot contact met hun donor. Het merendeel van de deelnemers geeft aan behoefte te hebben aan informatie over de medische voorgeschiedenis (93,4%), het aantal halfbroers en -zussen ze hebben (91,4%), maar wil ook weten van wie ze afstammen en of die persoon nog leeft (82,1%).” somt hij op.
“Uit de resultaten blijkt dat het overgrote deel van de deelnemers graag contact zou willen met halfbroers en -zussen (84,1%) en hun donorouder (77,5%). Ruim de helft (53,6%) wil ook kennismaken met eventuele kinderen van hun donorouder.” zegt hij.
Ouders
Ook ouders van donorkinderen werden bevraagd. “Uit de resultaten vielen een aantal zaken meteen op.” gaat hij verder. “Allereerst stelden we vast dat het merendeel van ouders (77,3%) hun kind of kinderen hebben ingelicht over de donorconceptie of dat nog zullen doen.
"Met oog op het welzijn van het kind, hopen we dat hier ooit 100% op gescoord zal worden. Zo kan een donorkind bijvoorbeeld rekening houden met het feit dat hij of zij halfbroers of -zussen tegen het lijf kan lopen op een date.” aldus Tibo.
“Bijna negen op de tien ouders vinden dat hun kind recht op afstammingsinformatie heeft (89,8%). Daarnaast geeft een grote groep ouders aan dat ze vinden dat hun kinderen toegang moeten krijgen tot medische informatie (82,8%), erfelijke aandoeningen (86%) en fysieke kenmerken van de donor (74,7%).” licht hij toe.
“We stellen daarnaast vast dat ouders zelf ook graag over die informatie wil beschikken. Bijna de helft van de ouders wil bijvoorbeeld de motivatie van de donor weten (44,6%). Rechtstreeks contact met de donor willen ze eerder niet, slechts een vijfde van de ouders staat hiervoor open. Zowel ten aanzien van de donor (23,5%), als de halfbroers- en zussen van hun kind (20,5%).” stelt hij. “Deze resultaten, ondanks het hoge percentage anonieme donaties (83,9%), wijzen op een duidelijke verschuiving naar meer openheid.”
“Wat opviel is 97,2% van de 285 ouders die de vragenlijst invulden vrouwen zijn. 74% van de deelnemers zijn alleenstaande moeders.” merkt hij op. “Hoewel deze cijfers de stem van een deel van deze belangengroep weerspiegelen, blijft de lage respons van mannen opmerkelijk.”
“In de toekomst hopen we meer vaders te bereiken zodat ook hun stem evenwaardig aan bod kan komen.” eindigt Tibo.
Donoren
“Het was iets moeilijker om donoren te vinden die bereid waren de vragenlijst in te vullen. We zijn echter wel blij dat 41 donoren dit wel al deden.” begint Steph, de voorzitter van Donorkinderen vzw.: “want hun stemmen zijn in dit debat minstens even belangrijk .”
“Meer dan de helft zijn eiceldonoren, doch onder de deelnemers zitten ook personen die sperma of embryo’s hebben gedoneerd. Ze doneerden voornamelijk anoniem en deden dit zowel voor als na 2007. De hoofdmotivatie om te doneren was om anderen te helpen (95,1%).” stelt Steph vast.
“Uit de rondvraag blijkt dat bijna 8 op 10 donoren uit deze groep het ok vinden dat mensen verwekt uit hun gameten toegang zouden krijgen tot zowel identificeerbare als niet-identificeerbare informatie. Dit kan zijn: medische voorgeschiedenis, erfelijke aandoeningen, interesses, … tot zelfs nationaliteit.” gaat ze verder. “Meer dan 90% staat zelfs open voor contact, hetzij rechtstreeks of via een tusseninstantie."
“Donoren geven aan ook graag zelf meer te willen weten over hun donaties of het resultaat ervan. Zo is er interesse om het aantal donorkinderen (70,7%), het aantal gevormde gezinnen (56,1%) en geboortejaren en geslacht van de donorkinderen (53+%) te kennen.”
"Belangrijke kanttekening om mee te geven: het grootste deel van donoren die in België gebruikt worden komen uit buitenlandse spermabanken. Dat deel kon gewoonweg niet bevraagd worden.” voegt Steph toe. "Mochten de drie doelgroepen vaker en ruimer bevraagd kunnen worden, dan zal het aantal deelnemers alleen meer groeien en worden resultaten nog representatiever.”
“Met de resultaten van de vragenlijst gaan we nu verder onze aanbevelingen uitwerken. Hiervoor worden trouwens nog consultatierondes met de afzonderlijke doelgroepen ingepland.” zegt Steph. “Mochten donorkinderen, donoren of ouders hieraan willen deelnemen, dan kunnen ze zich hiervoor nog altijd aanmelden via de website www.donorkinderen.com.
Belangrijkste bevindingen – Donorkinderen
-
Weten over donorconceptie
-
23,2% wist het altijd.
-
76,8% ontdekte het pas later.
-
-
Zoeken naar afkomst & halfbroers/-zussen
-
77,5% ondernam actief stappen om meer te weten.
-
-
Welke informatie willen ze?
-
93,4% wil algemene medische info en erfelijke aandoeningen weten.
-
91,4% wil weten hoeveel halfbroers/-zussen er zijn.
-
82%+ wil weten van wie ze afstammen en of de donorouder nog leeft.
-
-
Contactwens
-
84,1% wil contact met halfbroers/-zussen.
-
77,5% wil contact met donorouder.
-
Meer dan de helft wil contact met kinderen van donorouder.
-
Belangrijkste bevindingen – Ouders
-
Openheid naar kinderen
-
73,3% van de kinderen weet dat ze via donorconceptie zijn verwekt.
-
Een deel is nog te jong, of de ouders willen het later vertellen.
-
-
Recht op afstammingsinformatie
-
89,8% van de ouders vindt dat hun kind recht heeft op afstammingsinformatie.
-
-
Welke info mag het kind krijgen?
-
86%: erfelijke aandoeningen.
-
82,8%: algemene medische info.
-
75%+: fysieke kenmerken, nationaliteit en of donor nog leeft.
-
-
Welke info willen ouders zelf weten?
-
~69%: medische info & erfelijke aandoeningen.
-
~45%: fysieke kenmerken, interesses & karaktereigenschappen.
-
-
Contactwens
-
55,8% wil geen contact.
-
23,5% wil contact met de donor.
-
20,4% wil contact met halfbroers/-zussen.
-
Belangrijkste bevindingen – Donoren
-
Type donatie:
-
58,5% doneerde eicellen
-
29,3% sperma
-
12,2% embryo’s
-
-
Motivatie om te doneren:
-
Overgrote meerderheid (95,1%) wilde anderen helpen
-
-
Donoren vinden het belangrijk dat vooral de volgende gegevens beschikbaar komen:
-
Algemene medische informatie (61%)
-
Erfelijke aandoeningen (58,5%)
-
Motivatie van de donatie (56,1%)
-
-
Toegang tot identificeerbare informatie:
-
80,5% vindt dat kinderen verwekt met hun gameten toegang mogen krijgen
-
-
Openheid voor contact:
-
70,7% staat open voor contact, zowel direct als via een tusseninstantie
-
24,4% enkel via een tusseninstantie
-
-
Voorkeursmanier van benadering:
-
Via mail (87,8%)
-
Via brief (53,7%)
-


